De adelijke avond van 12 november 2015 was weer zeer geslaagd.
Heerlijke pannenkoeken gegeten en
Patella droeg het volgende gedichtje voor:
De pannenkoek
Er was eens een vrouw die pannenkoeken bakken zou
En het meel dat wou niet rijzen
En de pan viel om en de pannenkoek was krom
En de man heette Jan van Gijzen
En de pannenkoek die dacht: ”nu niet langer gewacht
Wat een kans om weg te hollen”,
En hij sprong tjip-tjoep uit de keuken op de stoep
En begon meteen te rollen
"Jan zit niet stil, als je de pannenkoek wil,
Laat hem alsjeblieft niet ontsnappen"
Jan van Gijzen sprong op, trok een petje op zijn kop
En hij liep met grote stappen,
Maar de pannenkoek was niet dom, draaide om en om
Door hele dichte struiken
En midden op een dijk viel Jan in het slijk
En zijn vrouw riep "Wat een uilskuiken"
Jan van Gijzen zei niets, stapte haastig op zijn fiets
Hij wou niet langer lopen, hij bestelde een pannenkoek
Bij de bakker op de hoek en ging een pintje kopen
En thuis zat de vrouw die pannenkoeken bakken zou
Bij het meel dat niet wou rijzen,
Want haar pan viel om en haar pannenkoek was krom,
En haar man was Jan van Gijzen.
Bron: Piet Broos.
Maak jouw eigen website met JouwWeb